Hoe sluit ik de SIS-koppelmodule van Beninca correct aan?
De SIS-koppelmodule van Beninca maakt het mogelijk om meerdere Beninca motorsturingen met elkaar te koppelen. Hierdoor kunnen
slagbomen
,
schuif-
of
draaipoorten
synchroon bediend worden vanuit één centrale aansturing, de master. Deze oplossing is ideaal voor situaties waarin meerdere doorgangen gelijktijdig geopend of gesloten moeten worden. Voor een betrouwbare werking is een correcte installatie van groot belang. Volg onderstaand stappenplan nauwkeurig.
Benodigdheden voor Beninca SIS-koppelmodule
- SIS-koppelmodules (één per motorsturing)
- Afgeschermde grondkabel, minimaal 3 x 0,5 mm²
- Twee of meer Beninca-motorsturingen met SIS-ondersteuning
Let op: Gebruik altijd afgeschermde bekabeling. Dit voorkomt signaalstoringen en garandeert stabiele communicatie tussen de modules.
| Definitie | Omschrijving |
| Master | Hoofdsturing die signalen ontvangt, verwerkt en doorstuurt naar de Slaves |
| Slave | Ondersteunende sturing(en) die synchroon reageren op signalen van de Master |
| GND - B - A | Aansluitpunten op de SIS koppelmodule voor communicatie |
| Buscommunicatie | Communicatie methode waarmee meerdere apparaten via één gedeelde verbinding data uitwisselen |
| Jumper | Een kleine connector die twee punten in een elektrisch circuit met elkaar verbindt |
Installatiestappen voor de SIS-koppelmodule van Beninca
Stap 1: Kies één Beninca motorsturing als master
- De Master is altijd de laatste module in de buscommunicatie. Plaats de jumper op de SIS-module van deze sturing om deze als Master te definiëren.
- Op de Slave-SIS-modules mag geen jumper geplaatst worden.
Deze centrale eenheid, de master, ontvangt alle bedieningssignalen. Een onjuist aangesloten bus communicatie kan leiden tot onbetrouwbare of volledig wegvallende communicatie.
Stap 2: Sluit de bekabeling aan
Verbind de SIS-modules met elkaar via een afgeschermde 3-aderige kabel. Sluit de draden op elke SIS-module aan op de volgende aansluitpunten:
- GND – Massa
- B – Buslijn B
- A – Buslijn A
Zorg dat alle modules op exact dezelfde manier zijn aangesloten.
Bij 3 of meer sturingen: Bij het koppelen van meer dan twee motorsturingen, moeten de SIS-modules parallel met elkaar verbonden worden. Dit betekent dat de GND-, B- en A-draden vanuit de Master worden doorverbonden naar alle Slaves. Deze configuratie garandeert een stabiele en betrouwbare communicatie. De bekabeling mag worden doorgelust van master naar slave naar slave, of telkens rechtstreeks van de master naar elke slave.
Stap 3: Plaats de SIS-modules op de motorsturingen
- Plaats elke SIS-module op de Beninca motorsturing, op de daarvoor bestemde aansluiting op de printplaat.
Stap 4: Programmeer de Slave-sturing(en)
- Configureer de Slave sturingen, dit kan via de functie 'BUS' in het menu van de desbetreffende motorsturing.
- Wijs een uniek ID-nummer toe aan iedere slave in de Beninca motorsturing, te beginnen bij ID1.
ID0 geeft aan dat deze motorsturing is geconfigureerd als Master. De Slave-sturingen krijgen ID1, ID2, enz., afhankelijk van het totaal aantal gekoppelde eenheden.
Stap 5: Aansluiten van pulsgevers
Sluit alle pulsgevers uitsluitend aan op de Master-sturing, bijvoorbeeld:
Dankzij de SIS-koppelmodule worden alle binnenkomende signalen op de master automatisch en realtime gesynchroniseerd met alle aangesloten sturingen. Zo werken alle gekoppelde motorsturingen tegelijk.
Aanvullende instellingen en mogelijkheden voor de SIS koppelmodule
De mogelijkheden van de SIS-koppelmodule kunnen per type
Beninca
-sturing verschillen. Raadpleeg daarom altijd de specifieke handleiding van de motorsturing voor informatie over de aansluitmogelijkheden en of dit mogelijk is. Deze vind je op de productpagina of via onze
handleidingen zoekmachine
.
Vragen of hulp nodig?
Heb je ondersteuning nodig bij de installatie? Neem dan contact op met onze technische support of raadpleeg de productspecifieke handleidingen van Beninca.
Heb je interesse of heb je een vraag? Neem contact op met één van onze specialisten
